Het kanaal

Wanneer werd het kanaal aangelegd?

Waar komt het water vandaan?

En waarom zijn er TWEE kanalen?

We vertellen het allemaal.

Iedereen is het kanaal al talloze keren overgestoken – te voet, met de fiets, tram of auto – zonder zich af te vragen waar het begint en waar het eindigt. Wel, dat zal nu veranderen, want 14 vertelt je alles over je favoriete kanaal en wat er reilt of zeilt.

Sinds wanneer?

Het begint allemaal met de Zenne, de grootste rivier die de stad doorkruiste. Vandaag is de rivier grotendeels onzichtbaar in de stad, maar het kanaal volgt de loop van de oorspronkelijke vallei. En in feite gaat het niet om een maar meerdere kanalen. Je snapt meteen hoe.

Het eerste kanaal werd gegraven in de 16de eeuw om Brussel met Antwerpen te verbinden. Pas 300 jaar later (in 1832) kwam er een tweede kanaal, richting zuiden, tussen Brussel en Charleroi. Beide vloeien samen onder de brug die het Saincteletteplein en de gelijknamige square verbindt. Het kanaal van Brussel is dus het koppelteken tussen beide waterwegen die de twee uiteinden van het land aan elkaar linken ... via de hoofdstad. De Haven van Brussel ligt in feite in het midden van wat bekend staat als de ABC-as: Antwerpen-Brussel-Charleroi.

En daarachter?

Na Antwerpen lonkt de rest van de wereld. De Sinjorenstad herbergt immers een van de grootste havens van Europa. In het zuiden stroomt na Charleroi de Samber en dus de Maas die ons meeneemt naar Namen, Luik, Maastricht en zelfs tot in Rotterdam. Voor je in Charleroi komt, kun je ook kiezen voor het westen, waar Frankrijk ligt: Duinkerke en Parijs zijn rechtstreeks verbonden met de Haven van Brussel.

Kortom, de Haven van Brussel is bijzonder goed verbonden met de rest van Europa. Het noordelijke gedeelte van de haven kan zelfs (kleine) zeeschepen ontvangen, dankzij de hefbruggen. De Haven van Brussel heeft dus een kapitein, net als elke zeehaven. Het verklaart ook waarom de terminal elke dag van het jaar dag en nacht open is.

Het zuidelijke gedeelte van de haven is ook niet te versmaden, want het beantwoordt nu aan het Europese kaliber: daardoor is er plaats voor boten tot 1350 ton, met een lengte van 80 meter en een breedte van 10 meter. Dat zijn een pak minder vrachtwagens in de stad, nietwaar?

Waar komt het water vandaan?

Het kanaal wordt vooral bevoorraad door water van de Samber en de meren van l’Eau d’Heure. Deze artificiële meren werden in de jaren ’70 aangelegd, om het waterpeil van de Samber te kunnen regelen, omdat het debiet van de rivier in periodes van droogte het riviertransport tussen Charleroi en Brussel aanzienlijk kon bemoeilijken.

Maar waar is de Zenne dan naartoe?

Halfweg de 19de eeuw verloor de Zenne zijn belang door de aansluiting van de twee kanalen die het hele land met elkaar verbonden met de IJzer. Vanaf 1871 werd de rivier overwelfd na een besluit van burgemeester Jules Anspach. De rivier werd echter pas later, tussen 1930 en 1955, volledig gedempt. Er zijn wel nog een paar plaatsen in de stad waar je de Zenne nog kunt zien stromen: Sint-Gorik, Riolenmuseum, enz.).