

Rudy Willaert
De schipper en zijn echtgenote nemen ons mee aan boord van de Presagio. En wees gewaarschuwd: hun dag begint al om 5 uur ’s ochtends!
Net zoals sommige families dokters of leraars voortbrengen, leveren andere elke generatie een schipper af. Dat is niet verwonderlijk, gezien de bijzondere aard van het leven op het water. “Zowel mijn vrouw als ik zijn opgegroeid in een schippersfamilie”, vertelt Rudy. Een jaar nadat ze getrouwd waren, konden ze de lokroep van het water niet langer weerstaan. “Natuurlijk kenden we de nadelen die aan die keuze verbonden waren, maar het heeft ons zelfstandiger gemaakt.”
Eigen baas
De Presagio heeft een capaciteit van 3200 ton, maar het is de bestemming die bepaalt hoeveel het schip kan meenemen. “Er is voldoende diepgang nodig. Hier in Brussel is er geen enkel probleem en hebben we de ruimte, maar op andere plaatsen is dat niet altijd het geval.”
Rudy werkt voor zijn eigen klanten en hij bepaalt zelf of hij opdrachten aanneemt of niet. Hoe een gewone dag op het water eruitziet? “Vandaag hebben we een lading zand aan boord en vanmorgen zijn we beginnen te lossen om 5 uur. Voor we daaraan kunnen beginnen, moeten we zeker zijn dat het schip op de juiste plaats ligt en dan opletten dat het lossen dat toch wel een aantal uren in beslag neemt, correct verloopt. Als het schip leeg is, hebben we nog drie of vier uur nodig om te poetsen en voor het onderhoud om het schip klaar te maken voor zijn volgende opdracht. Gemiddeld zijn we gedurende 14 of 15 uur per dag bezig”, aldus Rudy.
Milieuvriendelijk vervoermiddel
“De transporten komen van zandmachines die op het water liggen en daar kunnen geen vrachtwagens komen. Wat dat betreft, zijn de schepen een grote troef. Alleen al voor Vemat hier in Brussel transporteren we tussen de 100.000 en 120.000 ton op jaarbasis. Wij alleen, met een enkel schip. Dat zijn veel vrachtwagens die we zo van de weg houden.”
Ondertussen vaart de Presagio gestaag verder. Rudi is trots op zijn schip: “Het is zoals onze auto: het moet netjes zijn en blinken. We onderhouden het goed. Je moet het net als de mensen rond je met respect behandelen. Daar krijg je dan hetzelfde voor terug.”
Hoe goed ben jij thuis in het scheepsjargon?
Als je ooit gezeild hebt, weet je dat er veel termen zijn om specifieke handelingen aan boord te benoemen. Dat geldt net zo goed op een binnenschip. Ook dat taaltje barst van de ongebruikelijke woorden. We zochten er een paar, zodat je kunt uitblinken in het gezelschap van al je vaarvrienden.
Bunkeren Je hoort de term wel eens als synoniem voor schransen, maar hij betekent gewoon het tanken van zowel water als diesel.
Doodwerk Deze griezelige term verwijst gewoon naar het gedeelte van het schip dat zich boven het water bevindt, ook wel bovenschip genoemd, in tegenstelling tot het benedenschip of de scheepsromp die onder water ligt.
Fender Neen, da’s geen gitaar, maar een stootkussen aan de reling dat dient om te voorkomen dat de romp van de boot beschadigd raakt bij het aanmeren.
Gangboord Met bak- en stuurboord heeft het niets te maken: een gangboord is gewoon het looppad (dek) aan de zijkanten van het schip.
Herft Ja, dat lees je goed. Niets te maken met het seizoen, wel een term die verwijst naar de bergplaats in het ruim van een binnenschip, in de vorm van een ondiepe ruimte direct onder het luik waar meertrossen en andere uitrusting opgeslagen wordt.
Langszij aankoppelen Dat betekent dat het schip met zijn flank naast de kade ligt en de volgende boot daarmee evenwijdig. Je moet dus over het dek van de eerste lopen om in de tweede te geraken.
Loef Neen, je hoeft hem niet af te steken. Het is de scheepszijde waar de wind inkomt.
Op of af in de sluis Een schip dat in de sluis naar beneden gaat, is afvarend. Een schip dat omhooggaat, is opvarend.
Zwaaiboom Ook wel een zwier- of zwenkboom genoemd. Dat is een onderdeel van een binnenschip, dat dient om een opvarende aan de wal te kunnen zetten, als er geen loopplank kan worden gebruikt.